Ondanks goede onderlinge afspraken, gedragsregels en onderwijsovereenkomsten, komt het zo nu en dan voor dat een leerling wangedrag vertoont. Na herhaaldelijk wangedrag kan een leerling voor enige tijd toegang tot de lessen worden ontzegd. De leerling moet dan op school, in een aparte ruimte, individueel verder werken. Heeft deze maatregel niet het gewenste effect, dan kan de leerling door onze rector of zijn gemandateerde worden geschorst. Deze periode van schorsing kan volgens artikel 13 van het Inrichtingsbesluit Wet Voortgezet Onderwijs (W.V.O.) ten hoogste één week zijn.
Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk en met vermelding van de redenen door de rector of door zijn gemandateerde, aan de leerling en, indien deze nog niet de leeftijd van eenentwintig jaar heeft bereikt, ook aan de ouders, verzorgers of voogden van de leerling meegedeeld.
Als een leerling zich (herhaaldelijk) ernstig misdraagt, kan de rector of zijn gemandateerde besluiten deze leerling definitief van school te verwijderen volgens de artikel 14 en 15 van het Inrichtingsbesluit W.V.O. Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling vindt slechts plaats na overleg met de inspecteur. Als de rector of zijn gemandateerde besluit tot definitieve verwijdering, dan kunnen de leerling en zijn ouders, verzorgers of voogden binnen zes weken na bekendmaking van het besluit bezwaar maken bij het College van Bestuur van Stichting Carmelcollege.
De artikelen 13, 14 en 15 van het Inrichtingsbesluit W.V.O. zijn op te vragen bij de schoolleiding.